Eind maart meldden Rob Wijnberg en Ernst Jan Pfauth, hoofredacteur respectievelijk uitgever van De Correspondent, dat zij dit journalistieke platform ook in de VS gaan uitrollen.
Deze oversteek is, bij mijn weten, een unicum in de Nederlandse mediageschiedenis. Zeker, programma’s als Big Brother en Idols zijn ook gekopieerd naar andere landen, waaronder de VS. Maar daar gaat het om entertainmentformats, niet om een journalistiek platform.
Wat vinden de Amerikanen (OK, sommige Amerikanen) zo goed aan De Correspondent dat zij dit concept ook willen uitproberen? Dat vertelt Jay Rosen, hoogleraar journalistiek aan de New York University en – zeg maar – kwartiermaker voor The Correspondent in New York, op zijn eigen blog. Kort samengevat: Rosen is gecharmeerd van de Correspondent vanwege de interactie tussen correspondenten en lezers (leden), de vrijheid van deadlines (de artikelen worden gepubliceerd wanneer ze klaar zijn), de journalistieke kwaliteit en vanwege  de ruimte die er is voor journalisten om van standpunt te veranderen.

Nieuwswijze journalistiek

De werkwijze van De Correspondent sluit naadloos aan bij wat ik nieuwswijze journalistiek noem. Daarvan is sprake als journalisten de relevantie van hun onderwerpkeuze en berichtgeving kunnen aantonen, als ze transparant zijn in de manier waarop ze hun journalistiek bedrijven, en ze de interactie aangaan met hun publiek.
Ter toelichting: met relevantie aantonen bedoel ik niet dat journalisten alleen maar datgene brengen wat het publiek zou willen (u vraagt, wij draaien), maar wel dat zij hun best moeten doen om te laten zien hoe hun onderwerpkeuzes en berichtgeving betrekking hebben op het leven van de nieuwsgebruikers. Met transparantie bedoel ik niet dat ze afzien van bronbescherming (allerminst!), maar wel dat ze open zijn over keuzes die ze maken, standpunten die ze innemen. En met interactie doel ik op de noodzaak dat journalisten niet meer alleen zenden, maar dat zij het gesprek aangaan met de nieuwsgebruikers. Zodat die zelf ook informatie kunnen aandragen en op zo kunnen meewerken aan de totstandkoming van journalistieke producties.

In het klassieke communicatiemodel zijn journalisten de zenders van een boodschap en zijn burgers/nieuwsconsumenten de passieve ontvangers van die boodschap. Nieuwswijze journalisten specialiseren zich niet alleen in de rol van zender maar ontwikkelen zich ook naar ontvanger: ze worden gesprekspartner, en bij de totstandkoming van journalistieke producties is duidelijk en open sprake van twee(of meer)richtingsverkeer. Wat De Correspondent doet, dus.

The people formerly known as audience

Waarom moeten journalisten nieuwswijs te werk gaan? Omdat hun publiek zich niet langer gedraagt als een massa van passieve ontvangers, maar als een gigantisch netwerk van zich breed informerende – en zelf informatie producerende – gesprekspartners. Jay Rosen introduceerde hiervoor in 2006 de term ‘the people formerly known as audience.’ Deze titel verwijst naar de naam die popartiest Prince zichzelf gaf, toen hij zich in de jaren negentig van de vorige eeuw wilde losmaken van contractuele verplichtingen van zijn platenmaatschappij.
Je zou kunnen zeggen dat de burgers, de nieuwsgebruikers, ook het tot dan toe geldende ‘contract’ met de journalistiek opzegden.  In de laatste alinea’s van het enigszins pamflettistische artikel stelt Rosen: “You don’t own the eyeballs. You don’t own the press, which is now divided into pro and amateur zones. You don’t control production on the new platform, which isn’t one-way. There’s a new balance of power. The people formerly known as the audience are simply the public made realer, less fictional, more able, less predictable. You should welcome that, media people. But whether you do or not we want you to know we’re here.”

Nieuwswijs burgerschap

Het is natuurlijk (nog) niet zo dat burgers alle mediamacht naar zich hebben toegetrokken. Maar steeds meer mensen participeren op zijn minst in de totstandkoming van journalistieke producties, of sturen zelf nieuws de wereld in. En net zoals journalisten nieuwswijs te werk moeten gaan, moeten ook the people formerly known as audience dat doen. Daarvoor is nodig dat zij veel verschillende bronnen raadplegen – bij voorkeur ook bronnen die elkaar tegenspreken, om eenzijdigheid te voorkomen, dat zij kennis van zaken hebben (zonder kennis is moeilijk betekenis te geven aan nieuwe informatie) en dat zij taalvaardig zijn.

Dat laatste is waarom ik het zo belangrijk vind dat docenten tijdens het schoolvak Nederlands veelvuldig aandacht besteden aan de actualiteit en de berichtgeving daarover. Nieuwswijs burgerschap is niet iets dat is weggelegd voor de kleine groep die communicatiewetenschappen, journalistiek of mediastudies gaat studeren, maar is iets waar alle jonge burgers mee moeten oefenen. Alle jongeren gaan deel uitmaken van de samenleving, maken daar nu al deel van uit. Zij zijn de people formerly known as audience. Laten we ze dan ook helpen om actief, kritisch en bewust te kunnen participeren in de nieuwsvoorziening en –verspreiding.

Verder lezen

Voor meer informatie over nieuwswijze journalistiek en nieuwswijs burgerschap, lees mijn onderzoek: Nieuwswijsheid, de onmisbare schakel in de relatie tussen journalisten en nieuwsgebruikers

Voor lessuggesties om de actualiteit en de berichtgeving in uw lessen te bespreken (po en vo), zie
www.nieuwswijsheid.nl

Van zender naar ontvanger
Getagd op:                        

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *