Twee jaar geleden*) deelde ik de lesopdracht het Bronnen-ABCD, die als doel had om leerlingen in het vo en studenten in het mbo kritisch bronnen (artikelen of reportages, en ook de daarin aangehaalde bronnen) te laten beoordelen. Ik was blij met de vele positieve reacties, vragen en suggesties – waarvoor dank. Naar aanleiding daarvan heb ik het model herzien.
De A, B, C en D zijn afkortingen van criteria die de studenten moeten hanteren. In mijn vorige versie stond de A voor Actueel, de B voor benaderbaar, de C voor Controleerbaar en de D voor deskundigheid. Dat is nu: A voor Authentiek en Actueel, B voor Bevestigd (door andere bronnen), C voor Contact en D wel nog steeds voor deskundigheid. Hieronder licht ik de wijzigingen toe, en ik hoop dat leraren Nederlands, Burgerschap en eigenlijk alle vakken hier hun voordeel mee kunnen doen.

A: Actualiteit en Authenticiteit
Zoals ik ook al in de vorige blogpost aangaf, twijfelde ik zelf al bij de A actualiteit een voldoende sterk criterium was. Het is zeer zeker terecht een veel gehanteerd criterium bij informatievaardigheden. Zie bijvoorbeeld alleen al de blogpost die je nu leest; de oorspronkelijke versie was geschreven in 2020. De tekst waar je nu naar kijkt, is een bewerking uit 2022.
Voor de goede orde: het is eigenlijk helemaal not done om reeds gepubliceerde teksten zo maar aan te passen, of om de publicatiedatum ervan te wijzigen. Het wordt dan namelijk lastiger te beoordelen wanneer welke uitspraken zijn gedaan. Om dat inzichtelijk te maken, doe ik het nu wel – maar met de vermelding dat, welke en wanneer deze aanpassingen zijn gedaan. Het bewijst eens te meer waarom het belangrijk is dat afzenders een publicatiedatum vermelden bij hun werk.
Maar alleen de datum is niet genoeg. Want tegenwoordig is het heel makkelijk om teksten of beelden te bewerken. Kijk maar naar wat ik hierboven heb gedaan: gewoon in een bestaande blogpost teksten wijzigen. Als ik dan niet ook zou vermelden dat en wanneer wijzigingen zijn aangebracht, kan ik iedereen laten denken deze aanpassing al twee jaar oud is. In dit geval maakt het misschien niet heel veel uit, maar het kan er zeker toe doen als bijvoorbeeld regeringsleiders of wetenschappers op deze manier informatie vervalsen – bijvoorbeeld als men later wil achterhalen wat de gevolgen waren van bepaalde beweringen.
Dat is meteen een mooi voorbeeld van de reden om de A uit te breiden: die staat niet alleen meer voor actualiteit, maar ook voor authenticiteit. Want wie bronnen gebruikt, moet ook nagaan of de afzender degene is die die zegt dat die is, of de persoon (of instelling) wel bestaat én of de bron oorspronkelijk is? Dat houdt wel in dat de docent in de instructie nog moet uitleggen wat dat betekent. Voordeel is dan weer dat de leerlingen/studenten juist door deze opdracht oefenen met dat begrip.
Bevestiging en contact
Voorheen gebruikte ik de B om aan te geven of de bron benaderbaar was en de C om mensen te laten controleren of uitspraken gedaan door deze bron, ook te checken zijn in andere bronnen. Dat leverde de pientere reactie op dat je dat weliswaar kunt checken, maar dat dan nog niet meteen is vastgesteld of die bronnen die uitspraken ook beweren. Ja, ik kan het controleren, en nee, de uitspraak klopt niet: wat zeg je dan bij de vraag of je het kunt controleren? Daarom heb ik gekozen voor een omschrijving die ook beter uitdrukt waar het om in feite gaat: bevestigen andere bronnen wat deze bron zegt? En dat is criterium B geworden. Het beantwoorden van deze vraag, vereist dat lezers/kijkers niet alleen bij de eerste bron zelf blijven, maar breder onderzoek doen.
De vraag of een bron benaderbaar is, ten slotte, is nog steeds van belang, maar kon eenvoudigweg worden ondergebracht bij de C: (hoe) kun je contact maken met deze bron?
De tekst hieronder komt uit het oorspronkelijke artikel van 16 oktober 2020.
Online opdrachtvarianten
In eerste instantie, toen de lessen nog in het klaslokaal plaatsvonden, hanteerde ik voor de bronnenopdracht de samenwerkingsvorm de ‘placemat’. Idee daarbij is dat de klas in groepjes van vier wordt opgedeeld en dat elk groepje een placemat krijgt. Eerst vult elk lid een onderdeel aan de rand van de placemat in, daarna lichten ze hun antwoorden aan elkaar toe en vervolgens komt het groepje op basis van deze uitwisseling gezamenlijk tot het oordeel of de bron betrouwbaar is of niet. In dit geval geven ze ieder voor zich antwoord op de A-, B-, C- en D-vragen: ze moeten niet slechts ‘ja’ of ‘nee’ invullen, maar bewijzen en argumenten invullen.
Toen we in maart overschakelden naar online onderwijs, liet ik de opdracht door mijn studenten zelfstandig uitvoeren. Omdat samenwerking niet noodzakelijk was, verviel de placemat als werkvorm. In plaats daarvan had ik een Word-document gemaakt met een tabel waarin de studenten de antwoorden op de A-, B-, C-, en D- vragen moesten invullen. De studenten konden dit inleveren via de opdrachtenmodule in Microsoft Teams. In een antwoordmodel had ik punten toegekend op basis van de uit de tekst af te leiden antwoorden.
Uiteraard is nog steeds mogelijk om – ook tijdens de online les – te kiezen voor samenwerkingsvormen. Een echte online variant op de placematopdracht heb ik helaas nog niet gevonden (misschien toch maar eens kijken of ik die zelf kan produceren), maar met wat er is kun je ook goed uit de voeten. Heel simpel is om de placematvorm in een Powerpoint te plaatsen en die te delen; leerlingen/studenten kunnen daar, bijvoorbeeld via Teams, tegelijk in werken. Een alternatief is om een Padlet te maken: de leerlingen/studenten kunnen hun onderdelen op notities invullen.
Wat ook kan, is een online mindmapfunctionaliteit gebruiken. In MindMeister of Miro kun je bijvoorbeeld vast in de eerste takken de criteria (laten) noteren om vervolgens de verdere vertakkingen te laten invullen met bewijzen. De mindmaps kun je ook voor zelfstandige verwerking gebruiken.
Wie met Microsoft Teams werkt, kan kanalen aanmaken voor groepjes en de opdracht laten maken via het Klasnotitieblok. Ik kreeg ook de tip om Classkick of Mural te gebruiken, maar heb die zelf nog niet uitgeprobeerd. Er zijn volop mogelijkheden. Mocht je zelf leuke alternatieven kennen, laat het gerust weten!
Vervolg: verdieping
Via LinkedIn werd in reactie op de vorige versie nog de suggestie gedaan om aan het Bronnen-ABCD de E van Ethiek toe te voegen. De redenering daarbij is dat je na het doorlopen van de checklist kunt concluderen dat de bron betrouwbaar is, terwijl de inhoud zelf twijfelachtig is. Dat vond ik een zeer terechte aanvulling. Ik heb deze echter niet opgenomen in het Bronnen-ABCD, simpelweg omdat deze opdracht dan te groot wordt voor een lesuur en omdat de weging van wat gezegd wordt – en hoe dat gezegd wordt – een inhoudelijke beoordeling vraagt waar nog veel meer bij komt kijken. Dat leent zich voor verdiepingsopdrachten waarbij zowel wordt ingezoomd (wat doet deze inhoud met jou, en wat doe jij ermee?) als wordt uitgezoomd (wat weten we nog meer over dit onderwerp, welke andere perspectieven zijn er?). De bronnenopdrachten zijn dan ook slechts twee voorbeelden van lessen waarmee je de nieuwswijsheid van leerlingen/studenten kunt vergroten. Wordt vervolgd!
Met dank aan Eline van Batenburg, Gisbert van Ginkel, John Leek, Erno Mijland, Pieter van Rooij en Anouk Slingerland voor de suggesties.
Meer lezen
De bronnen de baas met het Bronnen-ABCD
Bronnen herkennen met de bronnenbingo
Nieuwswijsheid
*) Deze blogpost verscheen oorspronkelijk op 16 oktober 2020. In deze versie van 26 oktober 2022 geef ik in de paragraaf A: Actualiteit en Authenticiteit een aanvullende toelichting voor het criterium Authenticiteit. In de paragraaf Bevestiging en Contact leg ik uit waarom en hoe de B en C in het model zijn omgewisseld. De rest van het artikel is hetzelfde gebleven.