Een autobiografisch portret en sociologische schets in een. Çankaya vervlecht eigen herinneringen met inzichten uit de sociologie, antropologie en filosofie. Terwijl hij ons meeneemt in zijn onderzoek naar etnisch profileren bij de politie, maakt hij invoelbaar wat dat inhoudt aan de hand van zijn eigen ervaringen.

Citaat flaptekst:
‘Mijn ontelbare identiteiten is een bespiegeling op de veranderde omgang met ‘de Ander’ in Nederland. Het is een indringend verhaal over opgroeien in Nederland als kind van migranten. Reflecterend op loyaliteit, ontheemding en vooral de zoektocht naar een thuis keert Çankaya zich tegen vastomlijnde identiteiten en weigert hij om een verhaal binnen de grenzen van zijn eigen lichaam te vertellen.’
Rode draad in het boek is de uitnodiging die de auteur kijgt om te spreken bij het jubileumevenement van zijn oude middelbare school. De school met de geschiedenisleraar die ook actief was voor de extreemrechtse Centrumpartij, en die Çankaya toewierp dat er nooit, nooit, nooit iets van hem terecht zou komen. Een slimme zet om geregeld in het verhaal naar de daadwerkelijke speech toe te werken; het uiteindelijke moment kwam echt over als een apotheose.
Een mooie vondst is ook om elk hoofdstuk te beginnen met een kop van een nieuwsbericht. Zonder verder expliciet in te gaan op de rol van (nieuws)media, maakt Çankaya hiermee duidelijk dat journalistieke keuzes in onderwerpen en invalshoeken, zeker op de langere termijn, negatieve beeldvorming versterken.
Tijdens het luisteren voelde ik afwisselend plaatsvervangende schaamte en bewondering. Het eerste om hoe witte mensen anderen schade berokkenen vanuit een misplaatst superioriteitsgevoel (ik zeg plaatsvervangend omdat ik denk, hoop dat ik me daar nooit schuldig aan heb gemaakt). Het tweede, bewondering, voel ik voor Çankaya, die dag in, dag uit moet dealen met racisme en discriminatie, en zijn frustratie daarover weet om te zetten in geduldige wetenschapsbeoefening.
Sommige mensen hebben een bloedhekel aan identiteitsbetogen en identiteitspolitiek. Ik hoop dat juist zij dit boek lezen en zich openstellen voor en inleven in het verhaal van deze onderzoeker. Maar ook voor wie daar sowieso voor openstaat is dit boek een aanrader. Stoor je dan niet aan soms wat doorgeschoten formuleringen (zoals een tiener tijdens een vechtpartij ‘ter aarde stortte’; waarschijnlijk viel hij gewoon), maar let des te beter op de boodschap. Çankaya claimt niet de waarheid in pacht te hebben; hij zoekt en worstelt. Dat kan voor lezers confronterend zijn, maar is hoe dan ook leerzaam.
#DeZinVanHetBoek:
‘Het kan geen kwaad elkaar te leren kennen.’
★★★★★
Zie ook Op zoek naar de zin van het boek